9/28/2010

GEDICHT


HET WOORD VAN DE HOUTEN VIS


Werd ik geschapen ?
Of ben ik geworden ?
Wie zal het zeggen ?
Metafysische speculatie
leeft niet in mijn houten kop.

Maar ik weet wel dat ik scheppen wil.
Scheppen met het worden mee.
En dat is echt geen gril.

Mijn gedachten schommelen
ongedwongen op de wijde zee.
Vlotjes vlotten is mijn levenswil.
Zo dreef ik op vele zeeën en rivieren,
in ledigheid genietend van het leren:
de geometrie van flapperende zeilen,
het hemelse alfabet, de getijden,
de keerkringen, de meridianen...

Ik moet bekennen: zwemmen kan ik niet.
Mijn makkers, vinnig van natuur,
moet ik daarom benijden.
En zij hebben echte schubben.
Ik stel het met een netwerk barsten.

Kijken doe ik uit mijn ene oog: een wier.
Ook heb ik oor voor de golfslag,
voor de kreet van de meeuw,
voor de kramp van een plank,
voor het loeien van een boei.

In feite ben ik één en al osmose.
Alle leven heb ik opgezogen.

Soms lig ik te schommelen
tussen vuile troep,
kapotjes en injectienaalden.
Toch ben ik nooit verzopen.
Ik red mij met het gebrabbel van de loodsen...

Ik heb mijn fierheid goed bewaard
en ik word nog steeds gekoesterd.
De fijn besnaarden hoor ik roepen:
Brancusi, Inuït, Fins design!
Wie Freud las grapt:
'Zie het ruwe lid der wereldzeeën!'

Ach ja, ik leef reeds vele jaren op het droge,
maar dromen doe ik nog altijd van Cycladen en Lofoten.


Dirk Verhaegen (sept. 2010)

9/27/2010

GEDICHT

IS DIT DE WEG ?

Is dit de weg:
een ritje fietsen
langs nummertjes op rij ?
Waar blijven dan de uitersten ?

Een wolkbreuk komt mij groeten.
Pijpenstelen geselen
de nu uitgewiste wereld.
Natter dan de natste dweil
kleven de kleren aan mijn lijf
en kille wind zit tegen.

De hemel kan nog klaren,
het zonlicht lachen in de plassen,
maar de Tao, die is echt verzopen.

Dirk Verhaegen

9/05/2010

GEDICHT

DE ZIN VAN HET LEVEN

Wij lagen in het gras
op de helling van de dijk,
onze hoofden in de klaver.
Af en toe piepte krassend
de poort van het stiltegebied.
Jij voelde de kilte aan je kont,
ik de warmte tussen je benen.
Je sprak over Tolstoi
en over de zin van het leven.
Ik was sprakeloos.
Hoog in de blauwe lucht
cirkelden witte vogels
en sneller dan snel was hun zweven.

Dirk Verhaegen (2010)

9/01/2010

KENNETH WHITE


'... je propose ce livre comme un manifeste anti-médiocratie, la "médiocratie" étant, dans mon vocabulaire, une caricature de la démocratie où le médiocre est la valeur de référence. Mais je ne me situe dans aucune opposition. Et ce livre n'aspire pas à rassembler des foules ou des partisans. Il s'adresse à des individus, à des solitaires qui, partagés entre dégoût et désir, résistent à l'état de choses évoqué plus haut et recherchent encore, malgré tout, non pas un ailleurs, mais une aire d'existence plus dense et plus ouverte.'


Kenneth White, Les affinités extrêmes, Albin Michel, 2009

Kenneth White leren kennen?
www.kennethwhite.org

Blogarchief