11/07/2010

SCENARIO

KABER MODUT DE STRAATVEGER

(coproductie van Lucas en Dirk)

detective
viking
piraat
performer
kok
straatkeerder

Kaber Modut -eigenlijk heette hij Kobur Madet, maar hij veranderde zelf zijn naam omdat hij dat beter vond klinken en omdat hij vond dat hij zelf mocht beslissen hoe hij heette, het was toch niet omdat zijn vader Madet heette met zijn familienaam en omdat zijn moeder Kobur zo leuk vond klinken dat hij daar zelf de rest van zijn leven mee moest opgescheept zitten?- Kaber Modut dus, die was straatveger. Zijn ouders hadden ook gedacht dat hij handelsingenieur moest worden en dat ze dan zelf wel richtlijnen van hem zouden krijgen om hun centjes te beleggen, maar Kaber, die toen nog Kobur heette, zag dat zelf niet zitten en met zijn koppige standvastigheid twijfelde hij tussen detective, viking, piraat, performer, kok en straatveger. Uiteindelijk werd het dus straatveger omdat detective hem te kortzichtig leek, viking leek hem te roofzuchtig, voor piraat had hij een oog te veel en koken deed hij sowieso al in zijn vrije tijd, dus dan is de keuze gauw gemaakt want dan kom je al snel bij straatvegen uit en wat is daar tenslotte mis mee als ik het zo vragen mag? Is het ook niet een soort performance, zo'n veeg met de bezem?

Kaber Modut beoefende het straatvegen voorbeeldig in de straten van Brussel, zowel bergop als bergaf. Hij had de gewoonte te zingen tijdens het werk, met een voorkeur voor zelfgemaakte stukken tekst en melodie, of met aan elkaar geflanste fragmenten van bestaande liedjes. Hij leek altijd goed gehumeurd. Zelfs als het regende zong hij uit volle borst: 'You are my sunshine, my only sunshine ... in the yellow submarine ... in the summertime when the weather is fine'. De melodieën en de teksten werden ook ontkoppeld en verplaatst, zodat hij met de nodige acrobatieën 'you are my sunshine' op de melodie van de 'yellow submarine' zong en 'in the summertime' op de melodie van 'singing in the rain'. Dat vroeg soms wel wat zoekwerk en zo ontdekte hij het principe van de glijdende melodie waarmee hij al zingend op zoek ging naar een passende combinatie van tekst en muziek. Hij zong ook zelfbedachte melodieën op bestaande teksten en zelfbedachte teksten op bestaande melodieën. Kaber Modut was werkelijk een muzikale bezem.
Ongeoefende oren kunnen ook gewoon gedacht hebben dat hij vals zong.


Bij het keren met zijn bezem en het hanteren van het daarbij horende bakje maakte hij bewegingen die hem het werk veraangenaamden en die er voor de toevallige voorbijganger als een ietwat komisch ballet uitzagen. Niet alle voorbijgangers waren toevallig. In feite waren de toevallige voorbijgangers eerder uitzonderingen en zag hij meestal dezelfde mensen elke dag. Die gingen naar hun werk, naar school of zij deden hun dagelijkse boodschappen.

En niet alle voorbijgangers waren zo goed gemutst als onze Kaber Modut. Zo was er bijvoorbeeld een handelsingenieur die zijn hele leven treurde omdat hij geen piraat of viking was geworden en die met de naam Theofrasius door het leven moest gaan en dat nooit had durven veranderen. Deze Theofrasius liep met zijn hoofd gebogen en hij zong nooit. In zijn bril stonden getallen als gebroken glazen. Dan was er een student en die ging zo traag dat hij eerder achteruit scheen te gaan dan vooruit, zowel in de straatjes bergop als bergaf. Ongeacht of zij humeurig waren of niet, Kaber was vrolijk, onderbrak zijn lied en maakte een leuke groet aan de passanten. Hij paste zijn groetjes aan aan de voorbijganger, of gangster - ik bedoel uiteraard vrouwelijke passant en niet gewapende overvaller. Het meisje met haar mp3 begroette hij door zijn 'only sunshine' heel nadrukkelijk in haar richting te zingen en zij moffelde de verlegen glimlach weg in haar sjaaltje. Theofrasius werd begroet met bebabeloeba maar het is niet zeker dat deze dat opmerkte, laat staan er waardering voor had kunnen opbrengen.

Het meisje met de mp3 had de gewoonte aangenomen om haar koptelefoontje op tijd om haar nek te hangen en wat meer aandacht te schenken aan onze muzikale straatveger. Ze stopte haar glimlach nog altijd weg in haar sjaal, maar ze verheugde zich op de vluchtige ontmoeting en genoot van de muzikale fantasieën van Kaber Modut. Haar naam was Ite Awu. Ze ging naar een kunstschool, afdeling film. Ze liep te piekeren want ze had nog geen idee voor haar eindwerk. Dat moest uiteraard een film zijn. Ze had al aan een film met een misdaad en een detective gedacht, of een over de tijd van de vikings en hun rooftochten, of iets met piraten, of iets met koken en gerechten- een aangebrand thema. Of iets met een performer, een goochelaar, een clown. Of een clowneske detective, of een kokende piraat, of een roofzuchtige goochelaar, of een gooochelende detective, zut, het wordt nooit iets met dat eindwerk, was ik maar economie gaan studeren. Op een keer scheen het licht. De straten waren verblindend mooi in de vroege zon. Als ik die grappige straatveger eens als acteur vroeg, dat moet toch mogelijk zijn? Zou hij dat willen? Zou ik het durven vragen? Hoe oud zou hij zijn? Toch niet veel ouder dan ik? Het leek haar een schitterend idee. Hij zou zingen en keren met zijn bezem en dan zou er natuurlijk iets gebeuren want in een film gebeurt er af en toe iets, er zou bijvoorbeeld een meisje met een mp3 speler passeren en zij zou hem vragen in haar film een rol te spelen. De hoofdrol uiteraard. Het meisje zou Iwa Atu heten en zij zou hem vragen hoe zijn naam was, misschien zou het een leuke naam zijn en dan was de film al bijna klaar.

Mijnheer, mijnheer, riep Ite Awu.
Jawel?
Zij: mag ik u iets vragen?
Tuurlijk ... le jour de gloire est arrivé - op de melodie van mijn saarie marijs.
Ach, dacht Ite, het zal belachelijk zijn, ik vraag gewoon de weg naar het station.
Station, station, dat weet jij toch zijn? 't Zal zeker toch geen grapje zijn?
Hm, zei Ite. Jawel, het is een grapje - wil je in mijn film spelen?
In een film - met jou? C'était au temps du cinéma muet, probeerde Kaber op het ritme van een tango.
Jawel, jij in elk geval acteur. Ik zie dat je wil, had ik mijn camera maar bij want zo wil ik het.
Le Tango Corse, vervolgde Kaber op de melodie van Tout ça ne vaut pas une étoile sur la meuse.
Je wil, je wil, riep Ite.
Theofrasius kwam net voorbij en wierp hen een minachtende blik toe. Ik moet er toch nog eens over nadenken, besloot Kaber. Ik nodig je uit voor een etentje. Kom zaterdagavond langs. Ik woon in de rue de la belle poubelle n°7.


Zaterdag. Ite in een schattig vintage kleedje belde aan. Ik heb een willetje en hij zal mijn acteur worden. Kaber liet haar binnen. Hij ontving haar met een openstaand wit hemd en met een groene sjaal rond zijn voorhoofd. Ite wist niet wat ze zag. Het interieur leek de grot van Alibaba. Het hele huis zat volgestouwd met afval en rommel. Toch leek het mooi en kleurrijk.
Kaber: Heb ik op straat gevonden, de mensen laten dat achter en als het mij aanstaat neem ik het mee.
Tafels, stoelen, kasten, alles bestond uit fragmenten van gevonden voorwerpen. Kleurige letters van reclames, fragmenten van gezichten, apparatuur, profielen, plastiekfolie, stapels krant, stukken speelgoed. Een leuk decor, dacht Ite, mijn film krijgt gestalte en reliëf. Dit kan niet stuk. Ik laat hem dansend vegen, schatten vinden, zijn interieur inrichten en mijn film zal wel hét filmpje worden.
Wat ga je klaarmaken?
Piratenkost.
Piratenkost?
Eerst een soepje met kruiden van het eiland en dan Calmar farci du cap Corse.

CUISSON :
55 à 60 mn, préparation 30 mn
INGRÉDIENTS :
1 gros encornet d’au moins 1 kg, 2 ou 3 tomates, 3/4 de verre d’huile d’olive, quelques raisins secs, sel, poivre, marjolaine, 250 g de riz.Pour la farce: 80 g de prisuttu (jambon corse), 80 g de panzetta (lard de poitrine), 1 gros oignon, 100 g de mie de pain trempée dans le lait, quelques brins de persil, 50 g de raisins secs, sel, poivre.
PRÉPARATION :
Videz le calmar ou encornet par le haut, sans l’ouvrir. Hachez les pattes et la tête faites-les revenir dans un quart de verre d’huile. Quand elles deviennent roses, retirez-les et mettez-les en attente. Hachez le prisuttu, la panzetta, l’oignon et le persil. Mélangez-les aux pattes et à la tête revenues. Ajoutez la mie de pain essorée, du poivre moulu et peu de sel à cause du jambon et du lard, et les raisins. Mélangez. Farcissez l’encornet par le haut. Cousez l’ouverture ou fermez à l’aide d’un bâtonnet. Pelez et épépinez les tomates. Faites-les revenir dans le reste d’huile. Assaisonnez et mettez les raisins et la marjolaine. Installez l’encornet sur cette sauce, couvrez et faites cuire à feu doux pendant quarante-cinq minutes. Vingt minutes avant la fin de la cuisson, faites cuire le riz à l’eau. Pour servir, découpez l’encornet en tranches, dressez sur un plat de service. Garnissez avec le riz et versez la sauce par-dessus.
Kan je hier koken?
Tuurlijk, gasfornuizen te over. Ketels, messen, vergiet, borden, alles gevonden.
En de calamares? Vuilbak?
Meisje, je gaat niet muggenzifterig worden. Zeg als het smaakt.
Mag ik filmen terwijl je kookt?
Hm, ik zit al in de val. Heb je een camera bij?

à suivre

Blogarchief