12/08/2015

EXPO LIES DIERCKX



galerie de wandelgangen - bibliotheek Nevele/Landegem - 12/11 tot 31/12/2015
LIES DIERCKX

Lies Dierckx werd geboren in Berchem in 1968 en groeide op in Mortsel. Zij studeerde aan het RIKSO en aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen. Haar afstudeerproject situeerde zich in de regionen van de artisanale papierkunst en daarmee begaf zij zich op de grens tussen toegepast en vrij. Tot op heden is Lies een grafische ontwerpster met een mondiale actieradius. Sedert enkele jaren treedt zij echter ook steeds duidelijker naar buiten met vrij werk dat we als lyrisch-abstract kunnen omschrijven. Het is de tegenpool van de koele, geometrische abstractie, het is het spontane, vrije gebaar dat hier onze aandacht vraagt.

De individuele creativiteit van Lies Dierckx kan gezien worden als een tegenhanger voor haar vaak stresserende beroepsactiviteiten. Creativiteit werkt best in een ontspannen veld, is verwant aan spel. Dat uitsluitend zo te zien zou echter erg beperkend zijn want dan stellen we haar werk gelijk met eender welke ontspanning en dan zouden we meteen ook de creativiteit ontkennen van haar professionele grafische ontwerpen. We zouden dan veronderstellen dat vrije kunst geen inspanning vergt en dat grafisch design geen arbeidsvreugde kent. Ook de verwerking van trauma's kan als een motor gezien worden die de kunstenares voortbeweegt. Daarmee wil alweer niet gezegd zijn dat haar werk louter therapeutisch zou zijn. Haar werk overstijgt het private, brengt het strikt persoonlijke op een universeler plan. Wie de vrijheid van de hier tentoongestelde werken kan waarderen mag echter ook weten dat zij de lay-out van deze tentoonstelling benaderde zoals een professionele grafisch ontwerpster, compleet met computersimulaties en al. In haar toegepast grafisch werk is metrische ordening en geometrisch perspectief hoofdzaak. In haar vrij werk domineert een eerder ecologische ruimte waar texturen veel belangrijker zijn. Het is de dialectische spanning tussen vrij en functioneel die haar werk zeer interessant maakt. Maar creativiteit is meer. Creativiteit heeft naast een psychologische dimensie ook een historische dimensie. Het is niet onbelangrijk wanneer iets gemaakt wordt, ook al wil ik de laatste zijn om van de kunst een paardenkoers te maken. De dominerende witheid en de tegenstelling tussen zwart en wit kunnen in een rijk artistiek landschap geplaatst worden. De impressionisten en hun voorlopers waren kampioenen in het schilderen van witte sneeuw die nooit wit was. James Whistler schilderde witte meisjes in witte interieurs en noemde deze schilderijen 'Symfonie in wit' met toegevoegd nummer. De abstractie kondigde zich aan. In 1918 schilderde Kazimir Malevich, nadat hij enkele jaren eerder een zwart vierkant had geschilderd, een wit vierkant, wit op wit. Rond dezelfde tijd losten zijn witte vlakken zich op in de achtergrond. Figuren vervaagden en werden energievelden, vibraties, echo's. Eind jaren '50 tot het midden van de jaren '60 herleefde het wit in de ZERO-groep. Deze werken oogden zeer neutraal, er was geen sprake van emotionele expressie. Het nuchtere onderzoekwas een reactie op het  extreem emotionele abstracte expressionisme dat na de tweede wereldoorlog furore maakte. Het kunstwerk was nu aan het woord, niet de kunstenaar. In de late jaren '60 ontstond de fundamentele schilderkunst. Robert Ryman analyseerde al de mogelijkheden van het schilderen -verf, drager, penseelvoering- alsof het atelier een laboratorium was. Zoals het in een onderzoek past schakelde hij een bepaalde factor uit -de kleur- om de rest des te sterker te beklemtonen. Rymans werk is analytisch terwijl er toch een transcenderende werking van uitgaat. Niet voor niets werd zijn werk gebruikt voor de hoes van een CD met muziek voor Zen-meditatie. We keren naar Lies terug. De schilderijen van Lies zijn niet uitsluitend wit, we zien ook de tegenstelling zwart-wit. Ook dat kunnen we in een historisch landschap plaatsen. Ik vernoemde het abstracte expressionisme waarvan Jackson Pollock de bekendste naam is. Voor onze kunstenares  vinden we echter meer aanknopingspunten bij Franz Kline, bij Robert Motherwell en bij de Fransman Pierre Soulages. Kline en Motherwell hanteren het zwart-wit met vele nuancen. Soulages laat in het dramatische zwart de hoop oplichten, oa door in de natte zwarte verf met een kam te arceren. Tot vandaag heeft de lyrische abstractie respectabele beoefenaars: Patricia Murawski schildert met haar hoofdharen op heavy-metal ritme terwijl het resultaat oogt als werk van een zen-meester uit vervlogen tijden. Zij actualiseert op die manier een lange traditie en manifesteert zich daarmee vandaag op museaal niveau. Er bestaat dus ook vandaag kunst met wortels in het abstracte expressionisme. Lies zal zich wat onwennig voelen als ik haar werk belicht aan de hand van al deze namen. Laat het duidelijk zijn: ook al heeft haar werk op de een of andere manier met genoemde kunstenaars te maken, zij is geen van deze, zij is Lies Dierckx, het is te zeggen een onverwisselbare persoonlijkheid. 

Lies haar medium is de schilderkunst. De materie vraagt aandacht. Lies handelt in de materie, toont picturale materie. Zij gebruikt de traditionele middelen van de schilderkunst op een onorthodoxe wijze. Niet alle verf is kunstenaarsverf, enige koppige barbarij is haar niet vreemd. In sommige werken ligt de witheid boven op een kladschilderij uit de kringloopwinkel, zoals in de winter de sneeuwvacht de bosgrond of de rommel bedekt. Toevalligheden integreert zij, een resterend oog kijkt ons aan in de verflaag en soms wacht de oude titel kant en klaar. Lies haar werkwijze is improviserend, intuïtief. Haar creativiteit valt samen met de activiteit van het schilderen. Zij luistert naar de onverwachte gebeurtenis, het eenmalige dat nooit meer na te bootsen is. We zouden kunnen zeggen dat het materiaal ook een beetje creatief is en dat Lies dat meeneemt. Haar vormentaal heeft met modulaties te maken, informele gehelen zoals we die uit de natuur kennen. Zij laat het materiaal zelf spreken, de vormen zijn vaak eerder ontstaan dan gemaakt. Zij legt echte staalboeken aan met dergelijke experimenten. Maar haar werk is geen laboratoriumwerk. De poëtische vlucht heeft meteen de bovenhand. Collageachtige ingrepen met papierflarden herinneren aan haar eerste liefde: de papierkunst. Schilderen is ook denken met het lichaam. Het werk van Lies Dierckx is niet uitsluitend esthetisch, het is ook kinesthetisch.

Het werk van Lies heeft een introspectief karakter. De vormen zijn confronterend zoals een landschap confronterend kan zijn. Artistieke tekens zijn een open wereld. We nemen de wereld waar, we nemen het kunstwerk waar, we vergelijken, we haten of beminnen, we kennen betekenis toe. Niet alleen de kunstenaar is creatief. Ook wij worden uitgenodigd om creatief te zijn in het interpreteren en om deel te nemen aan het scheppen. Als we de moed hebben kunnen we met haar doordringen in de witte uitersten en hun genezende kracht.

Eind achttiende eeuw, begin negentiende eeuw worstelden de kunstenaars met een groot probleem. Hoe kon een schilderij met een landschap qua betekenis opgewassen zijn tegen religieuze, mythologische en historische voorstellingen? Om hen niet tot de mindere te maken bedachten zij dat landschappen ook geschiedenis konden zijn. Zij schilderden b.v. de geologische geschiedenis van de aarde. Of zij projecteerden hun romantische gevoelens in het landschap. Of zij schilderden het sublieme: die esthetische categorie die het ontzag en de angst voor het ons overstijgende wou evoceren. Vulkanen, bergen, afgronden, stormen en onweer. Drama. De problemen van de landschapschilders waren verwant met deze van de abstracte kunst. Als de herkenbare voorstelling wegvalt, waar is dan de betekenis? Is het niet enkel decoratie? En hoe communiceren zulke schilderijen? Kandinsky -zowat de vader van de lyrische abstractie- moest zijn spontane schilderijen argumenteren met theorie, door de spirituele betekenis van abstracte vormen en kleuren te verdedigen en door overeenkomsten met muziek te zoeken. De abstracte expressionisten zochten het in de psychoanalyse, in de mythologie en in oosterse filosofie. Lies schildert abstract. Het is heel natuurlijk dat veel mensen toch landschappen menen te zien in vlekken en vegen: bergen, meren, grotten. Het zou echter een goede oefening zijn indien men, in plaats van landschappen in abstractie, abstractie in landschappen zou zien: verhoudingen, contrasten, evenwicht, dynamiek, transformatie. Lies schildert mentale landschappen, innerlijke ruimten. Zij schildert drama, zij schildert verscheurdheid, schade, zij schildert ook bevrijding, opleving, genezing, zachtheid, sereniteit. Op wereldkaarten werd het nog niet verkende met wit aangeduid. Lies verkent een mentale geografie, de witte wereld waar dichters en mystici over spreken. Zij beleeft haar schilderijen, zij is in haar schilderijen, zij neemt al schilderend deel aan het gebeuren. Bij Lies zijn de tekens duidelijk existentieel geladen. Door kunst te maken uit de kunst verheft zij deze psychologische creativiteit boven het strikt individuele en nodigt zij ons uit om voorbij angsten en twijfels een bestemming te vinden, voldaanheid en troost.

Dirk Verhaegen
herfst 2015








      


11/25/2015

MINI EXPO





































 
TUPLE TANGO



In his didactic notes, Paul Klee makes a distinction between free and rigid lines. He compares the free lines to a stroll and the rigid ones to a planned business appointment. He also distinguishes between active and passive lines, where the active ones have an agile character that shows their progress.



My own work since the early seventies until today often features active, structurally rigid lines. However, in contrast to Paul Klee, the romantic, I tend to show only the empty coatracks onto which he would hang his magical imagination. Such a reduction may look a bit meagre and void of fantasy, but it is a conscious stand, nevertheless. My work also aims to be poetic, be it in a way related to a rational, scientific outlook. I do hope that the viewer experiences the inspiration - indeed, the freedom! - that I feel in my own artistic production.



All my work is systematically constructed. Logical systems determine the development of a work or series. The image itself can be ordered structurally, metrically: circumference, diagonals, medians, grids … The eye can connect the points on an objective scale via numbers: an angular, spiral movement, a western direction of reading, or to and fro ‘like an ox pulling the plough’. Even such series of numbers can be ordered in various ways.



TUPLE TANGO is based on a design from an extensive series of ‘transactions’ (transaction 813’). The 64 intersections of a square grid are named in an angular spiral movement via this ordered list (tuple):



   1,2,3,4,5,6,7,8,8,7,6,5,4,3,2,1,1,2,3,4,5,6,7,8,8,7,6,5,4,3,2,1,1,2,3,4,5,6,7,8,8,7,6,5,4,3,2,1,1,2,3,4,5,67,8,8,7,6,5,4,3,2,1



The points of corresponding numbers are linked according to the order of the spiral movement. This results in eight zigzag lines, which can be shown in a single image. It gives rise to a whimsical network. They can also be shown separately as a series or a powerpoint presentation. The zigzag lines can also function as couples in which one partner receives the line gauge as a grid unit. The couple can develop simultaneously or with jumps and starts: a capricious dance. With two thick zigzag lines, one can cover the other as a void, which only leaves scattered fragments.



Digital and artisanal applications alternate. They influence one another. Their deficiencies and qualities come to light. There is no thought without matter or technicality. Practice thinks, fertilizes, and limits.



There are many forms of art. Skillful, inventive, meaningful coordination of sensory signals, however practically useless, remains a major constant. Absence of practical use leaves room for spiritual use. In my case it affords an opportunity for reflection on impressions and analysis, on mental and sensory beauty, on order and chaos, on simplicity and complexity, on industry and rigidity, on borders and crossing them.


Dirk Verhaegen

10/27/2015

EXPO LIES DIECKX






































Lies Dierckx (°1968) studeerde grafische vormgeving aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen. Als afstudeerproject verkende zij met artisanale papierkunst het spanningsveld tussen vrij en toegepast. Haar werk getuigde in die tijd van een sobere, minimalistisch gekanaliseerde lyriek. Sedert een aantal jaren treedt Lies naar buiten met lyrisch abstracte werken. Zij heeft een improviserende, intuïtieve werkwijze. Haar creativiteit valt samen met de activiteit van het schilderen. De subtiele kwaliteiten van materiaal en techniek komen niet uit een artistiek labo maar uit het leven: het zijn menselijke tekens. De lichtheid is geen ontkenning van tragiek en drama, het is een lichtheid die nooit lichtzinnig wordt. Zij beweegt zich ijl, voorzichtig, aarzelend, vaak op de rand van het niets. Het niets niet als afwezigheid of gemis, maar als een bestemming en een voldaanheid. Creativiteit is hier vooral authenticiteit.
(D. V.)



9/20/2015

MARIO BENEDETTI (1920-2009)

FLES IN ZEE

De zee is toeval
Vicente Huidobro

Ik doe deze zes regels in mijn fles voor de zee
met de geheime bedoeling dat op een dag
zij aanspoelt op een haast verlaten strand
een kind haar vindt en openmaakt
en er in plaats van dichtregels steentjes uithaalt
en scheepsbeschuit en vuurpijlen en schelpen

Mario Benedetti
Uruguay
(vertaling Kathinka van Dorp)

uit:
De zee, de zee
Gedichten uit de hele wereld
Van Gennep-Novib-Ncos 1998
ISBN 90-5515-518-7

9/11/2015

EXPO galerie EL (Welle, B)






















GREET BILLET

DIRK VERHAEGEN

JOHN VAN OERS

opening zondag 13 september vanaf 15u

drieselken  40  9473  welle  +32 (0)53 664382
e-mail: info@galerie-el.be   www.galerie-el.be

8/15/2015

expo galerie EL.


afbeelding: Dirk Verhaegen 'Vijfde van acht (38% op 62%) - 2015

galerie EL.

zondag 13 september tot zondag 11 oktober 2015
Greet Billet - Dirk Verhaegen
verdieping: Johan Van Oers
opening: zondag 13 september 15u
 












galerie

8/04/2015

GEDICHT

DENKEND AAN WISŁAWA SZYMBORSKA

En zouden rechte lijnen rechte lijnen zijn?
Het kunnen toch krommen zijn,
Oneindig licht gebogen,
Grote krommen, cirkels met onmetelijke stralen?
Cirkels groter dan groot zo groot dat ze oneindig zijn,
En zulks niet omdat ze gesloten zijn
-Wat ook een soort oneindig is-
Maar omdat hun straal haar eigen einde niet kent.
En dan, hoe groot zijn cirkels met zulke grote stralen?
Is dat dan een oneindig keer pi?
En is dat dan nog groter dan oneindig?
Zou er groot en klein oneindig zijn?
Het raaskallen is gratis, noem het poëzie.
Iets anders, hoe zou het met Coleridge zijn
En met zijn pas gewekte nimf Mathesis?
Een paniekerige wesp komt mij storen.
Of telt zij de versvoeten van het getal pi?

Dirk Verhaegen 2015

7/25/2015

JAROSLAV SEIFERT




 NAPOLÉON


Ma pipe Gambier me fait marrer
Elle a une petite tête d'Empereur rigolotte

Bonjour, célèbre Empereur !

Lâches-tu enfin ta bouffée :
être le maître du monde ?

(Sur les ondes de la TSF,
Voyage de noce, 1925)

Jaroslav Seifert: Poèmes choisis, les éditions THOT, 
uit het Tsjechisch vertaald door Michel Fleischmann
in samenwerking met Daniel Habrekorn



6/14/2015

VELIMIR CHLEBNIKOV? GUIDO GEZELLE!

Jam sol recedit

Heel 't westen zit gekibbelkappeld
gewaggelwolkt, al hil en dal;
't zit blauw en groen en geluw g'appeld;
te morgen nog volstormde 't al,
en stille is 't nu! De zonne, aan 't zinken,
doet hier en daar een splete blinken,
        en kijkt erdeure, nu en dan.
Heel 't westen bleust en blikt ervan...!
Zo heerlijk is 't, als of er zoude
een reuzenpenning, rood van goude
de reuzenspaarpot vallen in
der slapengaande zeevorstin.

Guido Gezelle

uit De zee, de zee - Gedichten uit de hele wereld,
verzameld door Kathinka van Dorp

Van Gennep-Novib-Ncos 1998


5/01/2015

EDGAR HILSENRATH

"-Maar geloof me, mijn lammetje. Wat er ook op ons afkomt: de historici zullen in hun vuistje lachen, vooral de specialisten op het gebied van de hedendaagse geschiedenis, want zij hebben voor de verandering nieuwe stof nodig, stof waarmee te werken valt. In hun fantasieloosheid zullen ze naar getallen zoeken om de massa's vermoorden af te bakenen -zogezegd vast te leggen- en ze zullen naar woorden zoeken om het grote bloedbad te definiëren en pedant te categoriseren. Ze weten niet dat elke mens uniek is en dat ook de dorpsgek uit het geboortedorp van je vader recht heeft op een naam. Ze zullen het grote bloedbad volkerenmoord noemen of massamoord en de geleerden onder hen zullen zeggen dat het genocide heet. Een of andere betweter zal zeggen dat het armenocide heet en de grootste vakidioot zal in woordenboeken kijken en ten slotte beweren dat het holocaust heet."

Edgar Hilsenrath: Het sprookje van de laatste gedachte (p. 151-152)
1991 - Amber - Amsterdam (ISBN 90-5093-127-8)

Blogarchief