7/04/2019

POLYFONIE

POLYFONIE

Ik maak allerlei nota’s. Ik schrijf ze in kleine boekjes of op losse stukjes papier. Het kunnen zinnen zijn die me treffen, citaten, fragmenten… Soms zijn het titels van schilderijen of namen die ik wil onthouden. Muziek die ik op de radio hoor, iets om in het hart mee te dragen. Het kunnen ook eigen invallen zijn of uitspraken van mensen in mijn gezelschap. Hoogdravendheid en banaliteit. Het staat er de ene keer keurig, de andere keer slordig en nauwelijks leesbaar. Potlood. Bic. Stift. Drukletters. Op mijn schoot. In een rammelende autobus. Handschrift. Gekrabbel. Recht. Schuin. Ondersteboven. Alles door elkaar, als lagen. Een beetje graffiti. Lagen van tijd en ruimte. Lagen van herkomst. Het is niet altijd geordend volgens tijd of gelegenheid. Meerdere reizen of uitstappen kunnen door elkaar lopen. Zuinigheid bij gelegenheid, hoekjes opvullen. Een adres. De naam van wie was dat ook weer? Ik weet na verloop van tijd dikwijls niet meer wat het betekent, noch wat van mij, van een tante of van een of ander genie is. Dat is vervelend. Het is echt niet om weg te gooien, dat zou zonde zijn. Het is als leven en vraagt respect. Moet het wel geordend worden? Het is polyfonie, primitieve polyfonie, niet de mathematisch geconstrueerde polyfonie, neen, de ontspoorde orde, de valse noot die verwondering wekt, de liedjes die elkaar overstemmen, de humus, de droomarbeid. Een wedstrijd van fanfares.

Zo’n geniale uitspraak. Bij vergissing of voorzichtigheidshalve denken dat ze niet van jou is. Jammer toch?

(Dirk Verhaegen)

Blogarchief