10/27/2009

GEDICHT

BERGEN, GROTTEN EN REGENBOGEN

Matthias Grünewald schildert een rots.
Albrecht Dürer schildert een steengroeve.
Pieter Bruegel de Oude trekt over de Alpen.
Pieter Bruegel de Oude ziet de Alpen.
Pieter Bruegel de Oude tekent in de Alpen.
Pieter Bruegel de Oude tekent de Alpen.
Herrie met de Bles schildert bergtoppen.
Joachim Patenir schildert bergtoppen.
De heilige Johannes schrijft op Patmos.
De heilige Johannes schrijft in een grot.
Herman de Vries kent de planten op Patmos.
Herman de Vries proeft de planten op Patmos.
Herman de Vries ziet een vlammend visioen.
Caspar Wolf schildert bergen.
Caspar Wolf schildert in de bergen.
Caspar Wolf schildert boven de wolken.
Caspar Wolf schildert gletsjers.
Carl Gustav Carus en Carl Rottmann verzinnen de term Erdlebenkunst.
Johann Moritz Rugendas schildert fysiognomische landschappen.
Johann Moritz Rugendas schildert artistieke geografie.
Ferdinand Hodler schildert bergen.
Ferdinand Hodler schildert in de bergen.
Ferdinand Hodler schildert boven de wolken.
Ferdinand Hodler schildert de Jungfrau in de mist.
Ferdinand Hodler schildert de Grindelwaldgletsjer.
Ferdinand Hodler volgt lessen geologie bij Carl Vogt.
Carl Vogt ontraadt Ferdinand Hodler het schilderen.
Carl Vogt prijst de natuurwetten.
Carl Vogt wijst de breuken en de lagen aan.
Ferdinand Hodler plant zijn veldezel bij het morenenpuin.
Ferdinand Hodler schildert chaos.
Ferdinand Hodler schildert natuurlijke historie.
Ferdinand Hodler schildert trage geologie en snelle plantengroei.
Ferdinand Hodler schildert wolkjes op rij.
Ferdinand Hodler spiegelt zijn bergen.
Ferdinand Hodler schildert met heldere kleuren.
Paul Cézanne wandelt in de bergen.
Paul Cézanne zoekt zijn motief.
Paul Cézanne schildert zijn berg.
Paul Cézanne schildert zijn Mont Sainte-Victoire.
Rainer Maria Rilke schrijft brieven over Cézanne.
Peter Handke schrijft Die Lehre der Sainte-Victoire.
Herman de Vries zwerft op Cézannes bodem.
Véra Molnar ziet overal een Mont Sainte-Victoire.
De cro-magnonmens schildert dieren in de grotten.
Leonardo da Vinci schildert een Madonna in een grot.
Leonardo da Vinci betreedt een grot.
Caspar Wolf schildert een grot.
Caspar Wolf schildert een schilder die een grot schildert.
Caspar Wolf schildert zijn eigen nietigheid.
Gustave Courbet schildert een grot.
Gustave Courbet schildert L'origine du monde.
Kurt Schwitters timmert een grot.
Kurt Schwitters timmert een Merzbau.
De Merzbau is een Juragrot van Caspar Wolf.
Kurt Schwitters timmert zich de gezellige ingewanden van de IJszee.
Kurt Schwitters is de Caspar David Friedrich van het dadaïsme.
Francesco Petrarca beklimt de Mont Ventoux.
Friedrich Nietzsche wandelt in de bergen.
Edward Whimper overwint de Alpen.
Hanshan verdwijnt in de bergen.
Hanshan schrijft gedichten van de Koude Berg.
Brice Marden kribbelt op de Koude Berg.
Robert Walser wandelt in de sneeuw.
De mens treedt op in het Holoceen.
Max Frisch woont in een grot.
Per Kirkeby schildert in en uit de grot.
Per Kirkeby schildert in het Kattegat.
Asger Jorn sticht Helhesten, het hellepaard.
De reus Mimer woont onder de as van Ygdrasil.
Asger Jorn schildert op schilderijtjes van de rommelmarkt.
Per Kirkeby schildert op schilderijtjes van de rommelmarkt.
Else Alfert schildert ten hemel reikende bergtoppen.
Cobra ligt gedrukt en gekribbeld in vitrines.
Per Kirkeby ligt gedrukt en gekribbeld in vitrines.
Caspar Wolf schildert de regenboog onder de ijsbrug.
Caspar David Friedrich schildert een Berglandschap met regenboog.
Sonia en Robert Delaunay schilderen in de regenboog.
Vantongerloo kust de regenboog.
William Blake schildert een Newtoniaanse regenboog.
In de Ardennen schittert een dubbele regenboog.
In München schittert een regenboog.
In Schotland is een regenboog voor het grijpen.
Hella S. Haasse ziet een dubbele regenboog.
Hella S. Haase leent een passer bij Caspar Wolf.
Isaac Newton becijfert de regenboog.
Wilhelm Ostwald becijfert de kleurencirkel.
Mondriaan rekent niet.
Mondriaan vertrouwt op zijn intuïtie.
Henry David Thoreau houdt van herfstkleuren.
Theo van Doesburg geometriseert de herfst.
Piet Mondriaan weert het groen.
Caspar Wolf schildert een Duivelsbrug.
Caspar Wolf haalt halsbrekerijen uit.
Caspar David Friedrich haalt halsbrekerijen uit.
Ferdinand Hodler schildert neerstortende alpinisten.
Ferdinand Hodler schildert een stortbeek.
Caspar Wolf schildert een waterval.
Shih-tao schildert een waterval.
Mevrouw Ferrari kruist haar benen in Bologna.
De families Este bouwen een bakstenen burcht in Ferrara.
De hanzasteden zijn baksteensteden.
De Denen bouwen baksteenkerken.
Per Kirkeby bouwt baksteensculpturen.
Per Kirkeby bouwt baksteengewelven.
Per Kirkeby bouwt romaanse gewelven.
Per Kirkeby bouwt baksteenriolen.
Per Kirkeby boetseert magmaminimalisme.
Per Kirkeby studeert geologie.
Per Kirkeby schildert geologie.
Per Kirkeby schildert een waterval.
Per Kirkeby schildert puin.
Per Kirkeby schildert geologische lagen.
Per Kirkeby schildert sporen van verschuivingen.
Per Kirkeby schildert sporen van opschuivingen.
Per Kirkeby schildert sporen van erupties.
Per Kirkeby schildert duistere bossen.
Caspar David Friedrich schildert duistere bossen.
Lucas Cranach schildert een kanteelvormige bliksem.
Carl Wolf schildert een bliksem onderaan de Grindelwaldgletsjer.
Carl Wolf schildert geiten op de vlucht.
Giacomo Balla schildert bliksemende schilderijen.
De heilige Paulus is door de bliksem getroffen.
Johann Moritz Rugendas is door de bliksem getroffen.
Johann Moritz Rugendas schildert in Zuid-Amerika.
Johann Moritz Rugendas reist op aanraden van Alexander von Humboldt.
Alexander von Humboldt zit in Darwins bagage.
Benjamin Franklin vindt de bliksemafleider uit.
Marino Marini beeldhouwt een mirakel.
De paus heeft een erectie.
Marino Marini staat in Middelheim-hoog.
Per Kirkeby staat in Middelheim-laag.
Albertus Magnus en Theodoricus van Freiburg ontdekken het geheim van de regenboog.
Een bliksem is geen slotakkoord.
Een regenboog op zijn kop is een slotakkoord.

Dirk Verhaegen
oktober 2009

Blogarchief