7/02/2011

GEDICHT

MAN OP EEN STOEL

Ik was zestien
en maakte een schilderij.
Ik schilderde een man
die op een stoel zat.
De man was naakt
en zijn stoel was een keukenstoel.
Hij zat in profiel.
Deze man die ik schilderde
kon mijn vader zijn
maar niet bepaald.
(Ik zag mijn vader nooit naakt.)
Het schilderij was betekenisloos,
eigenlijk verontrustend betekenisloos
zoals een droom verontrustend
betekenisloos kan zijn.
De naakte man op mijn schilderij
zat kaarsrecht op zijn keukenstoel,
armen gekruist,
lichtjes achterover leunend:
zo zat hij, net niet wiegend.
Met een koptelefoon
(die ik niet schilderde)
had hij echt mijn vader kunnen zijn
-luisterend naar verre golflengtes
en vreemd voor mij.

Dirk Verhaegen (juli 2011)

Blogarchief